Dat bracht mij er toe om uit te leggen hoe ik kijk naar autisme. De samenleving kunnen we zien als een grote tuin met allerlei bomen en planten daarin. De meeste bomen lijken op elkaar en groeien uitstekend in de tuin. Sommige stijgen tot grote hoogtes en andere groeien misschien niet zo hoog of vors, maar ze groeien zonder problemen. En dan zijn er ook stuiken die weldadig groeien en bloeien. Ondanks dat ze er niet hetzelfde uitzien als de bomen, zijn de bomen inmiddels helemaal gewend aan de vorm van de struiken en aan het feit dat die groeien zoals ze doen.
Nu groeien er ook andere soort bomen in deze tuin. Bomen die in de schaduw gezet worden, waardoor ze minder goed groeien. Deze bomen hebben andere soort grond nodig, andere belichting en soms zelfs heel andere voeding dan de meeste bomen gewend zijn. Laten we voor het gemak deze laatste soort bomen berken noemen, en de meerderheid van de andere bomen zijn eiken. De eiken, die de meerderheid vormen van de tuin waarin ze groeien, vinden de berken maar vreemde bomen. Er zijn zelfs eiken die zeggen dat de berken “foute bomen” zijn omdat ze nu eenmaal geen eik zijn. Ook zijn er eiken die zeggen “We moeten ons best doen de berken aan te passen, zodat ze eiken worden!”. Helaas zijn er ook eiken die in de tuin alleen andere eiken willen hebben groeien. Die eiken hebben al moeite met de struiken die groeien in de tuin, maar iets wat op hun lijkt, maar niet hetzelfde zijn als zij is voor hun onacceptabel.
Jullie voelen hem al aankomen; autisten zijn de berken in deze tuin. Er zijn genoeg berken in de tuin die prima kunnen groeien, die prachtige bladeren hebben en groot groeien. Helaas zijn er ook genoeg berken die geen licht krijgen van de andere bomen, die klein gehouden worden en die keer op keer verteld worden dat ze “foute eiken” zijn.
Dit vertellen dat ze anders zijn gebeurd lang niet altijd op een directe manier. Soms gebeurd het zelfs met de beste intenties. Maar een eik kan niet snappen wat een berk nodig heeft. De eik handelt namelijk vanuit de gedachte van een eik; een boom is een boom en heeft dit en dat nodig. De eik ziet niet dat de andere boom een berk is. Een eik heeft namelijk geen ogen om dat te zien. Pas als de berk aangeeft dat zij op andere grond moeten staan dan eiken, dat ze andere dingen nodig hebben om te groeien, dan pas kan de eik daar rekening mee houden.
Autisten word nog altijd verteld dat ze “verkeerd” zijn. Hoewel de stemmen die autisme bestempelen als een ziekte in de laatste jaren hun plek wat moet afstaan aan de mensen die zien dat autisme een neurodiversiteit is, zijn die stemmen er nog steeds. Alles wat afwijkt van de norm, het “normale”, vindt men raar en gaat we liever uit de weg. Maar autisten kunnen net zo groeien in de maatschappij als neurotypische mensen. Het vraagt van beide kanten aanpassingen en begrip. Autisten zijn gewend om zicht steeds te moeten schikken naar anderen, naar de norm. Dat is namelijk wat we van kleins af aan geleerd krijgen; “Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg” of “Doe nu eens even normaal!”. En dat moet stoppen. We zijn normaal, normaal voor een autist. Wij zijn geen “foute bomen”, wij zijn anders dan anderen.
Gelukkig zien we in de tuin steeds meer en meer acceptatie van eiken voor alle andere planten in de tuin.
Maar met acceptatie alleen komen we niet tot groei. Waarom het zo belangrijk blijft om te praten over autisme, is om uit te leggen wat we nodig hebben. Wat heb je nodig om te groeien? Wat kan een ander daarin doen? En welke stap kan ik zelf doen om te groeien? Moeten er heilige huisjes omver getrokken worden? Zijn er gevallen van uitsluiting waar we wat tegen moeten doen?
We willen allemaal de tuin prachtig in bloei zien staan, met elke bijzondere plant daarin. Geluk is een doel wat we allemaal nastreven. En als we de samenleving echt samen doen, word het een stuk mooier voor ons allemaal. Dus ben ik op zoek naar wat we mooier kunnen maken met ons allen. En om de bloei in alle delen van de tuin te krijgen, moeten we ons aan elkaar aanpassen. Elkaar de ruimte geven om te groeien en ook de ruimte in nemen om te groeien. Bedenk wat je nodig hebt om te groeien en kijk hoe je dat bereikt.
Het vraagt aan 1 kant aanpassing van jezelf, maar het vraagt ook van je kenbaar te maken wat je nodig hebt. En niet wat andere mensen denken wat je nodig hebt, of wat ze vertellen wat je nodig hebt, maar wat je zelf wilt. En als je dat niet kunt, zijn er mensen die opstaan om dat gesprek wel te voeren.